Aan het einde van het jaar zijn er veel mensen die terugkijken welke doelen ze behaald hebben en vooruitkijken om alvast nieuwe doelen te bepalen. Of het nu gaat om bedrijfsresultaten, een diploma halen, het bereiken van je streefgewicht, meer bewegen of welk doel dan ook. Wist je dat jouw DISC-stijl een belangrijke invloed heeft op het stellen en halen van doelen?

Als je bewuster omgaat met hoe jij vanuit jouw DISC-stijl naar doelen kijkt en hoe je zaken evalueert, kijk je gegarandeerd met meer voldoening terug op je behaalde doelen en formuleer je met meer passie en moed nieuwe doelen. Ik ga het uitleggen…

De doelen bedenken lijkt vaak het makkelijkste onderdeel, maar in werkelijkheid wordt hier al voor een deel bepaald of je je doelen wel of niet zal gaan halen. “Waar willen we onze focus leggen?”; dat is de vraag die vaak naar voren komt als er nagedacht wordt over het stellen van nieuwe doelen.

Een goede vraag. Focus heeft te maken met waar je aandacht heen gaat, wat je belangrijk vindt, en daar komen de DISC-stijlen om de hoek kijken. Van nature heb je vaak de neiging om de focus te leggen waar dat, vanuit jouw DISC-stijl, voor jou het meest natuurlijk voelt. Met andere woorden; ons brein wordt ‘verblind’ door hoe onze voorkeursstijlen in elkaar zitten. Onze DISC-stijlen, en natuurlijk ook andere elementen, doen namelijk veelal automatisch en op het onbewuste niveau in ons brein hun werk; eruit filteren wat onder andere de DISC-filters belangrijk vinden.

Dus, hoe bewuster je ervan wordt waar de focus van jouw DISC-stijl ligt, hoe meer je weet waar je je eigenlijk niet op focust en daar ligt je winst!

Laten we eens kijken waar de verschillende DISC stijlen hun focus hebben, te beginnen met de stijl die meestal als laatste behandeld wordt. Hierbij wil ik benadrukken dat er geen goed of fout te benoemen is.

De C-stijl

Iemand met het brein van een C-stijl is erop gefocust om zaken goed te doen. Graag volgens de juiste procedures, de juiste stappen en overal aan gedacht hebben. De C-stijl vermijdt kritiek en, taakgericht als hij is, lost zaken graag zelf op. Doelen formuleert hij veelal op basis van faalzaken in het verleden. “Dat en dat moet beter, efficiënter, georganiseerder en meer onderbouwd.” Dus het brein van de C-stijl streeft naar perfectie, juistheid, zo kloppend mogelijk én vermijdt kritiek…

Deze breinfocus koppelen we nu aan de gestelde doelen, bijvoorbeeld een proces dat efficiënter moet worden ingericht. De C-stijl gaat hiermee aan de slag, maar na het zetten van de eerste stappen ziet hij dat er bepaalde onderdelen nog niet kloppen aan het gestelde doel. Automatisch maakt zijn brein een verbeterde versie van het doel zonder dat hij het echt door heeft.

Je begrijpt waarschijnlijk waar het heen gaat; omdat het gestelde doel onbewust niet meer klopt in het brein van de C-stijl, wordt het halen van het doel lastig. Hij zal redenen vinden waarom dit doel niet klopt of onhaalbaar is en zijn motivatie om aan het doel te werken, zal minder aanwezig zijn. Daardoor blijven zaken regelmatig onafgemaakt. Er is voor de C-stijl dus altijd weer iets wat verbeterd of onderworpen moet worden aan de toets van het onbewuste C-brein, zodat de zaken wél goed gedaan kunnen worden.

Hoe doet het andere taakgerichte brein dat?

De D-stijl

Iemand met een D-brein heeft als focus zaken voor elkaar krijgen, knopen doorhakken, meters maken. Hij vermijdt controleverlies en door er de snelheid in te houden, denkt hij meer grip op de zaak te kunnen houden. Als de D-stijl doelen stelt en ermee aan de slag gaat, krijgt ook hij nieuwe inzichten. Deze inzichten laten zien, je raadt het al, hoe zaken nog sneller gedaan kunnen worden en welke obstructies daarvoor moeten wijken.

“Mooi toch”, zul je misschien denken, “Dan komen er in elk geval steeds meer zaken af.” Wat wil je nog meer? Eigenlijk is de D-stijl misschien wel de beste stijl om te hebben, toch?

Nou ja, niet helemaal… Doordat de D-stijl steeds voortvarender wordt, is het risico aanwezig dat hij het oog, oor en gevoel voor de andere elementen in DISC-model verliest. Namelijk; de relaties, details en overtuigingskracht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan andere mensen die iemand met een D-stijl nodig hebben om hun doel te halen. De kans is groot dat ze zijn afgehaakt en het geloof, in wat ze met elkaar aan het doen zijn, hebben verloren. De details zijn te veel over het hoofd gezien en ten koste van welke relaties is het uiteindelijk gegaan? Wat heeft de focus van de D-stijl daadwerkelijk opgeleverd? De doelen zijn misschien wel gehaald, maar ten koste van wat?

De mensgerichte stijlen hebben weer een andere focus.

De I-stijl

Iemand met het brein van een I-stijl richt zich op motivatie en overtuigingskracht. Hij wil zelf gemotiveerd en geïnspireerd blijven en tegelijkertijd optrekken met andere bevlogen helden op deze planeet. De I-stijl is vaak heel goed in doelen stellen en deze doelen zijn vaak groot, groter grootst! Iets om straks trots op te zijn. “Dat brengt mij in een goed daglicht en mensen zullen mij nog leuker, toffer en fantastischer vinden…”, denkt het I-brein op onbewust niveau, want hij is bang voor afwijzing en hoort er graag bij.

De I-stijl komt tijdens de uitvoering al snel tot de ontdekking dat hij sommige doelen misschien wat te groot heeft ingeschat. En het brein begint aan een zoektocht; het doel naar beneden bijstellen, of toch naar boven, of misschien wel met andere mensen aan het doel werken, of toch…

Aan de andere kant; “Als we het doel niet halen maar wel met plezier aan de finish komen, dan is het toch ook goed?” Vanbinnen is de kans groot dat de I-stijl van zichzelf baalt. Tegelijkertijd is hij aan de buitenkant bezig om anderen, en eigenlijk ook zichzelf, ervan te overtuigen dat het wel mee valt en wel goed komt.

Hoe zit het bij de S-stijl?

De S-stijl

Iemand met het brein van een S-stijl zoekt doelen die rust en vrede uitstralen. Geen haast, wel goede relaties. In goed overleg en harmonie komt hij altijd wel ergens uit. De S-stijl vindt het doel vaak minder belangrijk dan de reis er naartoe. “Als we het maar goed hebben samen…”, zal hij denken.

En de S-stijl gaat op weg en stelt zijn doelen bij op basis van zijn norm; harmonie en oog voor elkaar. Dat neemt overigens niet weg dat de S-stijl een harde werker is die veel kan bereiken. Want als er een DISC-stijl is die zichzelf (te) vaak wegcijfert, dan is het de S-stijl wel…

Als het jaar bijna om is en blijkt dat de doelen gedeeltelijk behaald zijn, zet de S-stijl nog even extra de schouders onder om toch zoveel mogelijk van de doelen te kunnen halen en iedereen tevreden het jaar af kan sluiten.

Zoals we zien, heeft elke DISC-stijl zo zijn eigen oplossingen, valkuilen én filter waar doorheen de werkelijkheid ten opzichte van het gestelde doel wordt gezien. Maar hoe kunnen we de verschillende valkuilen/blinde vlekken/oogkleppen of hoe je het ook wilt noemen, vermijden?

Hoe nu verder?

Twee dingen:

  1. Stel meetbare doelen en evalueer achteruit.

Wat bedoel ik met dat laatste? Als je een doel stelt, is dat toekomstgericht. Daardoor hebben we de neiging om onze doelen ook vanuit de toekomst te evalueren; is het doel wel helemaal behaald? Zeker bij de taakgerichte DISC-stijlen worden dan te weinig doelen behaald. Maar ook de mensgerichte DISC-stijlen zijn vaak ontevreden over het behalen van de gestelde doelen. Ze bereiken doelen en subdoelen, maar het geeft weinig voldoening omdat het einddoel nog bereikt moet worden.

Wat je dan anders kunt doen? Evalueer de te behalen doelen vanuit het VERLEDEN naar het NU in plaats vanuit het NU naar de TOEKOMST. Met andere woorden; maak voor jezelf inzichtelijk wat je al wél gehaald hebt. Je zult zien dat dit aanzienlijk meer is dan het doel dat nog steeds in de toekomst ligt. Wat heb je bereikt versus wat moet je nog bereiken? Doordat je evalueert vanuit wat je allemaal al bereikt hebt, krijg je moed, energie en motivatie om te gaan werken aan wat je nog wil bereiken en kun je de doelen weer verder aanscherpen.

  1. Wees je bewust waar jouw DISC-stijl jou ‘blind’ voor kan maken en vul dat aan.
    • De D-stijl houdt van uitdaging en wil sneller, meer en efficiënter. In de praktijk blijkt dit slechts één vierde deel van het verhaal. Zoek naar de juiste personen om je heen die jou kunnen aanvullen.
    • De I-stijl zoekt naar motivatie door zaken net iets luchtiger te maken en heeft de neiging om een-even-niet-te-serieus-houding erin te gooien. Zoek naar de balans tussen ‘het komt wel goed’ en serieus en gestructureerd zaken aanpakken.
    • De S-stijl zoekt voortdurend de harmonie, als dat kan de makkelijkste weg en natuurlijk het samen-gevoel. Zoek naar hoe je binnen je vertrouwde wereld buiten je grenzen kan stappen. Zie bijvoorbeeld een stevige discussie/onenigheid als een mogelijkheid om je doel te behalen.
    • De C-stijl maakt graag overal een project van dat goed doordacht is en waarvan het liefst elk puntje klopt. Zoek naar hoe je kan accepteren dat het doel goed genoeg is en zorg dat er van tevoren voldoende tijd besteed is aan het uitdenken van het doel.

Waar je je focus legt, vind je resultaten. Bijvoorbeeld in de vorm van de behaalde doelen. Of dit nu de doelen zijn die je voor ogen had of het andere doelen zijn geworden! Zet de kracht van elke DISC-stijl in om samen meer te kunnen bereiken en met voldoening terug te kijken op de behaalde doelen.

Sandor Lemstra